Home

Stel jezelf voor dat je dood bent. Welk beeld komt er dan bij je op? Je doodkist met je familie en je treurende vrienden en kennissen. Totale duisternis en leegte? In beide gevallen zou je nog bewust zijn, want je observeert de scène. In werkelijkheid kan je niet weten wat het is om dood te zijn, net zoals je onmogelijk kunt weten hoe je was, vóór je geboren werd.

"Vanitas", Pieter Claesz, 17de e.

“Vanitas”, Pieter Claesz, 17de e.

De dood is cognitief non-existent. De Griekse filosoof Epicurus (4de eeuw. bc) vatte het zo samen: voor de dood hoef je niet bang te zijn, want je kunt hem niet kennen. Als jij er nog bent, is de dood er nog niet, en als de dood er is, dan ben jij er niet meer. Je hoeft er dus zeker geen schrik voor te hebben. Toch is de dood reëel want de miljarden mensen die voor ons geleefd hebben, zijn niet meer. Ik zou ook kunnen beweren dat ik elke dag bezig ben met een beetje dood te gaan, en dat niemand aan die wetmatigheid ontsnapt. Memento Mori. Maar de dood zelf ken ik niet en kan ik niet kennen.

Wij zien hem overal om ons heen, en toch betekent hij het einde van het bewustzijn. Het lijkt op een paradox, een schijnbare tegenstelling. In zijn boek “Immortality: The Quest to Live For Ever and How It Drives Civilisation” (Uitg. Crown, 2002), schrijft de Britse filosoof en essayist Stephen Cave daar het volgende over: “De dood doet zich dus voor als tegelijk onvermijdelijk en onmogelijk. (…) Wij kunnen ons niet bewust voorstellen wat het is om onbewust te zijn.”

Om aan die paradox te ontsnappen, hebben de mensen vier ‘vluchtroutes’ uitgevonden. Wij zullen ze gemakshalve de ‘onsterfelijkheidsverhalen’ noemen:

In leven blijven

Zoals alle levende organismen proberen wij ons leven in stand te houden en de dood te vermijden. De droom dat je eeuwig kunt blijven verder leven – fysisch verder leven, hier en nu en in je eigen lichaam-  is wellicht de oudste droom van onsterfelijkheid. Het “Gilgamesj-Epos”, één van de eerste literaire werken dat dateert uit de 22ste eeuw voor onze tijdrekening, bezingt de zoektocht die de held Gilgamesj onderneemt om onsterfelijk te worden.

Er zijn wetenschappers, medici en biologen die beweren dat je het leven kunt verlengen en dat het in de (niet zo nabije?) toekomst mogelijk zal zijn om bepaalde verouderingsprocessen te vertragen of  zelfs om te keren. Aubrey de Grey, een vorser die een reeks biomedische verjongingsstrategieën heeft bedacht om de menselijke verouderingverschijnselen om te keren (het SENS-onderzoek), gelooft dat zijn plannen misschien binnen de 20 of 30 jaar bewaarheid zullen worden. Maar dan nog. Die ‘eeuwige jeugd’ zou de mensen misschien wel een tijdje biologisch ‘onsterfelijk’ maken, maar zeker niet onkwetsbaar. Je zou nog altijd kunnen sterven door fysische letsels, ziekte of uitputting.

In de huidige stand van de wetenschap lijkt het onmogelijk het leven van mensen langer te rekken dan 120 jaar. Het klonen van organen (dupliceren door middel van eigen stamcellen) is beloftevol, maar deze technieken staan nog echt in hun kinderschoenen.

En als je een hele mens kon klonen (jezelf dus als het ware dupliceren)? Dan zou je wel een identieke kopie van jezelf maken, een soort echte tweeling, maar die zou een eigen leven hebben en jouw gedachten en ervaringen niet delen of erven. Met andere woorden: de kloon zou niets anders zijn dan een piepjonge tweelingbroer of -zuster.

Resurrectie of wedergeboorte

Resurrectie (afgeleid van het Latijn resurrectio) is de idee dat wij, hoewel wij lichamelijk moeten sterven, toch opnieuw fysisch tot leven kunnen komen in hetzelfde (ongeschonden) lichaam dat wij hadden in ons leven. De Egyptische farao’s lieten zich na hun dood inbalsemen om te kunnen verrijzen en ongeschonden verder te leven tot het einde der tijden.

Die gebruiken bestonden en bestaan nog in verschillende culturen. In 2006 werd de uitzonderlijk goed bewaarde 500 jaar oude mummie van een Inca meisje ontdekt in het Andesgebergte. Ze zit nu bevroren in haar slaap in een museum in Argentinië. Waarschijnlijk werd zij ritueel geofferd. De Russen hebben hun kameraden Lenin en Stalin gebalsemd voor de eeuwigheid. De Noord-Koreanen doen het nog altijd met hun leiders. Wie daar (heel) veel geld voor over heeft, kan zich onmiddellijk na zijn dood laten balsemen of invriezen.

De wedergeboorte of reïncarnatie stoot natuurlijk op het transformatieprobleem: hoe zou je een dode precies kunnen herstellen of herassembleren met alle stukjes waaruit hij bestond, en dit keer niet dezelfde constructiefouten maken die de eerste keer tot zijn dood hebben geleid?

Wedergeboorte of resurrectie is hoofdzakelijk een religieus concept dat op twee manieren wordt gebruikt: een geloof in de unieke verrijzenis van een goddelijke figuur of het geloof in de collectieve ‘wederopstanding van alle doden’ bij de Apocalyps aan het einde der tijden. De ‘Verrijzenis van de Doden’ is een standaard eschatologisch geloof in alle Abramitische religies, het jodendom, het christendom, de islam en het Perzische bahaï.

Een onsterfelijke ziel

Een andere vluchtweg voor de dood is het geloof in een onsterfelijke ziel. De traditionele wereldgodsdiensten hebben altijd veel aandacht besteed aan de vraag of er een immateriële en onsterfelijke ziel bestaat. Dit idee is eeuwenlang het voorwerp geweest van veel speculaties, fantasieën en verhitte debatten. Het geloof in de ziel steunt op de idee van de dualiteit dat wij aan de Griekse filosoof Plato te danken hebben. De mens zou een lichaam én een ziel bezitten, alsof ‘lichaam en geest’ twee verschillende dingen zijn. De ziel is dan een soort spirituele entiteit die op zichzelf kan bestaan. Zij is onsterfelijk en zij ‘verlaat’ het lichaam (de vleselijke kerker waarin ze opgesloten zit) bij de dood.

Die idee ligt aan de basis van veel bijgeloof en lekkere spookverhalen, maar de hypothese van de ziel snijdt geen hout. Neurowetenschap heeft aangetoond dat onze geest, dit wil zeggen ons bewustzijn, ons geheugen en onze persoonlijkheidskenmerken (dat wat ervoor zorgt dat wij onszelf zijn) niet kunnen bestaan buiten ons brein. Wanneer onze hersenen sterven ten gevolge van een letsel, een beroerte, dementie of de ziekte van Alzheimer, dat sterft onze geest ook. Geen brein, geen geest; geen lichaam, geen ziel.

De nalatenschap.

Uiteindelijk is er nog een vierde –zij het dan onrechtstreekse- manier om de dood te slim af te zijn. ‘Monumentum exegi, aere perennius’, pochte de Romeinse dichter Horatius met zijn eigen poëzie, ‘ik heb een monument opgericht dat langer zal meegaan dan brons.’

Mensen kunnen dus hun voortbestaan in de toekomst verlengen door hun erfgoed, door de sporen die ze achterlaten: hun naam en faam, hun reputatie, hun historische impact of hun kinderen. Niet iedereen loopt daar warm voor. Woody Allen zei “Ik wil geen onsterfelijkheid bereiken door mijn werk. Ik wil het door niet dood te moeten gaan.”

Maar de Britse filosoof Stephen Cave beweert dat dit erfgoed of die nalatenschap de drijvende kracht is achter elke artistieke creatie: muziek, literatuur, wetenschap, cultuur, architectuur en alle andere artefacten van de beschaving. Waarom? Omdat het besef van onze sterfelijkheid ons ertoe aanzet om ons te concentreren op het creëren en produceren. Alleen zo kunnen wij ontsnappen aan de ondraaglijke en verlammende idee dat wij gedoemd zijn om te sterven.

Daar is natuurlijk wel iets van, maar het menselijk gedrag kent verschillende drijfveren en angst voor de dood is maar één van de vele motieven die ons aanzetten tot handelen en creatief zijn. Een sterkere evolutionaire drijfveer lijkt mij de seksuele selectie met het doel geschikte partners aan te trekken. Dat geldt zowel voor spotvogels die prachtige nesten bouwen als voor mensen die symfonieën componeren, epische gedichten schrijven, of wetenschappelijke ontdekkingen doen. Evolutionair psycholoog Geoffrey Miller beweert in zijn boek “The Mating Brain” (Uitg. Anchor, 2001) dat de individuen die daar het best in slagen ook meer nakomelingen zullen produceren en dus hun creatieve genen het best aan de toekomende generaties zullen doorgeven. Anders gezegd, als je de pen en het podium goed beheerst, is er minder kans dat je alleen zult moeten slapen of eten.

En nu?

Aangezien de eerste drie ‘onsterfelijkheidsverhalen’ niet werken, lijkt het ons best je eigen onsterfelijkheid na te streven door ofwel 10 gezonde kinderen te verwekken of te zorgen voor een creatieve nalatenschap waar veel mensen beter van kunnen worden. Een rits uitvinden die nooit vastloopt, bij voorbeeld, of een doeltreffend vaccin tegen dwaasheid.

Iets doen waarmee je het leven van je medemensen beter maakt, lijkt mij de hoogste top die je  in dit leven kunt bereiken. Het zal je niet onsterfelijk maken, maar op een heldere dag zal je al heel ver kunnen kijken.

Peter Fenris

Plaats een reactie